Ondanks de vooruitgang in de bestrijding van kinderarbeid, zijn de problemen bij de zaadbedrijven die in India actief zijn nog niet opgelost. Dit blijkt uit het rapport ‘Remedies for Indian seed workers in sight?’ van de Landelijke India Werkgroep (LIW). Wilma Roos, beleidsmedewerker van Mondiaal FNV, mist in de aanbevelingen van het rapport de mogelijke rol van vakbonden en de link met Nederlandse bedrijven.
Foto: India, juli 2018: De voorzitter van de Indiase vakbond APVVU presenteert resultaten van het onderzoek naar werkomstandigheden van boeren en arbeiders in de zadenteelt in India.
LIW publiceerde eerder in 2015 2 rapporten over kinderarbeid en het betalen van lonen onder het minimum bij de productie van groentezaden en hybride katoenzaden in India. Daaruit bleek dat 16% tot 25% van het totale aantal werknemers in deze sector uit kinderen onder de 14 jaar bestaat. Ook bleken de lonen onder het wettelijk minimum liggen. Naar aanleiding van deze onthullingen beloofden veel zaadbedrijven publiekelijk hieraan te werken.
Nu, 3 jaar later, zijn er geen grote sprongen gemaakt. Het nieuwe rapport van LIW betreft een analyse van wat 14 internationale en Indiase zaadbedrijven sinds 2015 hebben gedaan om kinderarbeid en het niet uitbetalen van minimumlonen aan te pakken. Er is weliswaar een daling van het aantal kinderen geconstateerd (bij verschillende bedrijven zouden er nu minder dan 1% werken), maar LIW betwijfelt of deze cijfers een juiste afspiegeling zijn van de realiteit ter plaatse.
‘Om het probleem van kinderarbeid echt inzichtelijk te krijgen en aan te kunnen pakken is het belangrijk dat zaadbedrijven de lokale gemeenschap en onafhankelijke externe deskundigen inschakelen om ook de meer verborgen kinderarbeid en onderliggende oorzaken aan te pakken’, zo adviseert LIW.
LIW noemt het positief dat sommige bedrijven over gegevens over de aanwezigheid van kinderen op de plantages beschikken, hoewel de meeste bedrijven deze aantallen niet openbaar maken. ‘Omdat het risico op kinderarbeid hoog is in de zaadsector’, schrijven de rapporteurs, ‘moeten bedrijven dit extern communiceren en rapporteren over hoe ze dat probleem aanpakken.’ Kritisch is LIW ook over de aanpak van kinderarbeid. ‘Slechts een paar bedrijven hebben een soort klachtenmechanisme geïnstalleerd.’
Verder blijkt dat minimumlonen nog steeds niet worden uitbetaald. ‘Het probleem van lonen onder het wettelijk minimum wordt slechts door een aantal bedrijven erkend, laat staan daadwerkelijk aangepakt. Voor specifieke taken die vooral aan vrouwen worden toebedeeld – met name de arbeidsintensieve kruisbestuiving – worden lonen betaald die aanzienlijk lager zijn dan de officiële minimumlonen. Bedrijven moeten er voor zorgen dat hun inkoopprijzen zodanig worden berekend dat de boeren een minimumloon aan hun werknemers kunnen betalen,’aldus LIW.
Mondiaal FNV start samen met FNV Agrarisch Groen binnenkort een veelbelovend project in 3 deelstaten van India om landarbeiders en kleine boeren in deze sector te organiseren. Ze krijgen ook steun bij de dialoog met werkgevers en in de lobby naar de overheid toe. In juli ging een kleine delegatie van FNV’ers, waaronder Wilma Roos, naar India om ter plaatse de stand van zaken te bekijken. Roos weet dan ook heel goed waarover LIW rapporteert.
“Het is heel goed om bedrijven na 3 jaar opnieuw te confronteren met dezelfde vragen”, reageert ze op het rapport. “Er is wel wat vooruitgang te zien, met name wat betreft kinderarbeid, maar het is best moeilijk om conclusies te trekken op basis van een enquête.” Het valt haar op dat in het rapport niet duidelijk wordt hoe de keten in elkaar zit. “Bedrijven moeten meer moeite doen om die in kaart te brengen. Dit is belangrijk, omdat we daarna weten hoe een Nederlands bedrijf invloed kan uitoefenen om de situatie daar te verbeteren.”
Verder mist ze de rol van vakbonden in dit proces. “Het rapport is gebaseerd op werk van ngo’s, die van buiten komen”, zegt Roos. “Maar vakbonden worden door gemeenschappen gevormd, worden midden in de dorpen zelf opgericht. Die kunnen een rol spelen in de monitoring. Aan de leden en leiders kun je vragen hoe de situatie werkelijk op het land is.”
In december en januari worden 2 rapporten verwachten van onderzoeken waartoe FNV opdracht heeft gegeven. Volgende maand komt het rapport van de partner in India, de landarbeidersbond APPVU uit, met resultaten van een onderzoek waarin vakbondsleden van de APVVU 180 boeren en landarbeiders interviewden. In juli kregen de FNV’ers in India al een voorzetje van de resultaten.
En in januari wordt het rapport van bureau Basis & Beleid Organisatieadviseurs verwacht, dat een ketenanalyse heeft gemaakt en vooral heeft gekeken naar Nederlandse zaadbedrijven die een link hebben met India.
Op 1 december aanstaande organiseert de FNV voor haar leden een internationale dag waarin onder meer de situatie van de landarbeiders in India aan de orde komt. Met een filmpje van de missie in juli, aangevuld met interviews met de deelnemers en de vakbondsleider van APPVU; kaderleden vertellen over hun betrokkenheid en de Landelijke India Werkgroep presenteert het rapport ‘Remedies for Indian seed workers in sight?’. Meer info over deze dag, klik hier
Tekst: Astrid van Unen
Bronnen:
Landelijke India Werkgroep
Rapport ‘Remedies for Indian seed workers in sight?’
De FNV heeft een nieuwe website. Hierdoor kan het zijn dat links op deze pagina niet werken of afbeeldingen niet zichtbaar zijn. Excuses voor het ongemak.