‘Goed onderhandelingsproces om problemen op te lossen’ en ‘Sterke collectieve overeenkomsten’. Dat waren een paar labels die de 10 Nepalese vakbondsmensen in Nederland op het poldermodel plakten. Ze waren hier tussen 17 en 21 september op uitnodiging van Mondiaal FNV om de sociale dialoog te leren kennen. Kritiekpunten waren er ook, waaronder ‘Te weinig arbeidsinspecties’.
Tekst Astrid van Unen
De delegatie, verenigd in het vakbondsplatform Joint Trade Union Coordination committee (JTUCC), vertegenwoordigde 9 federaties van bijna 100 vakbonden in Nepal. JTUCC-voorzitter Biswanath Pyakurel noemde het “een historische week”. In het politiek verdeelde Nepal hadden de vakbondsleiders nog nooit zo met elkaar opgetrokken. Ze kregen een stevige onderdompeling in het Nederlandse poldermodel. Naast de onvermijdelijke kennismakingen met de Sociaal-Economische Raad (SER) en de Stichting van de Arbeid (STAR) stonden er ook bezoeken aan bedrijven, Nederlandse vakbonden, het ledenparlement van de FNV, werkgeversorganisatie VNO/NCW en een bijeenkomst met de verenigde huishoudelijke hulpen op het programma.
De evaluatie van de week vond plaats in De Burcht van Berlage in Amsterdam. De Nepalese delegatie, bestaande uit 8 vakbondsleiders en 2 beleidsmedewerkers, werd gevraagd om 2 highlights op te schrijven: wat hebben ze in positieve zin opgestoken en wat in negatieve zin? Op blauwe kaarten verschenen opmerkingen als ‘een goed sociaal verzekeringsstelsel’ en ‘het onderhandelingsproces leidt tot oplossingen’. Op rode kaarten schreven de vakbondsleiders dingen als ‘de sociale dialoog geldt niet voor alle werknemers’ en ‘meer investeren in een juiste man/vrouw-verhouding’. Dat laatste was overigens opvallend, gezien de samenstelling van de delegatie, die slechts één vrouw telde.
JTUCC-voorzitter Pyakurel blikte tevreden terug op de week in Nederland. Eerder zei hij: “Je leert meer door zaken te zien dan door te lezen. Dank FNV dat we zoveel hebben mogen zien.” Later noemde hij zijn leermomenten. “Dat werkgevers, werknemers en overheid verschillende perspectieven hebben. Daarom is vertrouwen zo belangrijk. Een confrontatie is logisch in deze processen; goede relaties zijn dan ook essentieel. De manier van werken binnen de SER en de STAR vond ik interessant. Wij doen dit ook, maar niet zo systematisch. Ook het ledenparlement van de FNV vond ik boeiend. Wij komen ook bij elkaar, maar slechts een keer per jaar.”
De sociale dialoog is sinds 2017 wettelijk vastgelegd in de nieuwe Arbeidswet van Nepal. Elke 2 jaar wordt het minimumloon vastgesteld door een comité waaraan de JTUCC dit jaar voor het eerst deelgenomen heeft. “Dankzij onze deelname is het minimumloon met 38% verhoogd, dat is een enorme stijging. Voorheen deden alleen individuele vakbonden mee aan de onderhandelingen, maar nu staan we sterker. JTUCC is door de overheid als enige partner geaccepteerd. Ook door de werkgevers, die vroeger met ons niet wilden praten.”
Binod Shrestha, vakbondsleider van GEFONT, al jaren partner van Mondiaal FNV zei veel geleerd te hebben. “We staan voor heel veel uitdagingen.” Hij refereerde aan de herstructurering in Nepal, waarbij het land in provincies en regio’s is verdeeld en nu 761 verschillende overheidsorganen bestaan, met wie de vakbonden op elk niveau de sociale dialoog moeten aangaan. Inmiddels zijn tijdens de verkiezingen al zo’n 500 vakbondsmensen in raadsposities gekozen, zowel op lokaal als provinciaal niveau. “Met hun hulp zullen we de sociale dialoog verbeteren”, zei Shrestha. “En ook met hulp van de FNV.”
Lees het hele verslag van het Nepalese bezoek.