Jyoti Bagwan en Manali Shah om naar Nederland te komen. Ze bezochten afvalwerker Irado in Schiedam en vertelden een groep FNV’ers over de voortgang van hun zogenoemde just transition activiteiten. “Onze vuilnisrecyclers zijn de meest indrukwekkende werkers die we organiseren.”
Foto: Jyoti en Manalis (links) krijgen uitleg
Dankzij vuilnisrecycling wordt de CO2-uitstoot gereduceerd. Maar ook het opzetten van een zonnepark in zoutwinningsgebied, het stimuleren van biologische landbouw met natuurlijke vermi-compost, evenals het gebruik van rookvrije kachels, regenwateropvang, en verdieping van putten en vijvers, dragen bij aan CO2-reductie. Het zijn allemaal activiteiten die centraal staan in SEWA’s vakbondswerk. Deze Indiase vakbond voor vrouwen telt bijna drie miljoen leden, vrouwen die dagelijks strijden voor hun levensonderhoud. Zij vormen een essentieel onderdeel in de strijd tegen klimaatverandering.
Manali (links) en Jyoti
“Heel interessant”, vonden ze het bezoek aan Irado. “Je moet begrijpen dat we al heel lang vuilnisrapers organiseren”, vertelt Jyoti. “Ze zijn de meest indrukwekkende groep werkende vrouwen die we verenigen. Ze werken onder zeer zware omstandigheden, hebben onvoldoende inkomen, geen werkzekerheid en geen toegang tot sociale zekerheid. We zien dat ze bijdragen aan de nationale economie en aan de strijd tegen klimaatverandering. Ze zijn de hoofdrolspelers in de recycling sector. Daarom is het interessant om goede voorbeelden te verzamelen, om die mee te nemen naar India.”
Manali stelt dat ze nog nooit zo’n georganiseerd afvalmanagement heeft gezien. “Het was een eyeopener. In India wordt dit werk veelal gedaan door informele werkers. De vraag is hoe we voor hen binnen de gemeentes een formele rol kunnen regelen.” Manali kreeg van Irado een grijparm mee, waarmee vuilnis veilig en zonder vieze handen opgeraapt kan worden. “Het is interessant om in ons Green Transition Centre te onderzoeken of dit ook in ons land zinvol kan zijn. Evenals alle geavanceerde technologie die wordt ingezet, zonder dat werknemers worden vervangen.”
SEWA staat op het punt dat genoemde Green Transition Centre op te richten, waarin ervaringen met klimaatveranderingen gedocumenteerd worden, onderzoek gedaan kan worden, bewustwordingsmateriaal ontwikkeld wordt en leiders worden getraind. Doel is om de stem van informeel werkenden te laten horen in het (toekomstige) beleid tegen klimaatverandering. “Het is geen gebouw, maar een netwerk dat wordt gevormd door een team van leiders en onderzoekers die bewustzijn gaan creëren over een eerlijk transitie”, legt Jyoti uit. “We willen hier oplossingen gaan uitwisselen, en we willen het internationaal maken voor alle informeel werkenden in alle sectoren.”
De vrouwenvakbond zoekt naar een manier om beleid op klimaatverandering te stimuleren. Daar zullen de vuilnisrapers direct profijt van hebben, denkt Jyoti. “Drie dingen zijn hierin belangrijk. We willen een andere concept van het werk, namelijk een fatsoenlijke transitie en fatsoenlijk werk, een beter loon, gezondheid en veiligheid op de werkvloer en goed onderwijs. Daarnaast willen we meer bewustzijn in de maatschappij creëren op klimaatverandering en ten slotte willen we een betere bescherming van de werkenden, met de focus op gezondheid. Kortom: betere werk- en leefomstandigheden voor onze doelgroep op een gezondere planeet.”
De vakbondsvrouwen zijn ambitieus in hun plannen. Onlangs hebben ze een ultramodern centrum voor waardecreatie (VCC) opgezet in Ahmedabad om droog afval in te zamelen, te scheiden, te vervoeren en te transporteren. Dit centrum is verspreid over tienduizend vierkante meter en biedt meer dan vierhonderd afvalrecyclers (SEWA-leden) werk. Het VCC neemt het afval in ontvangst dat wordt ingezameld door mobiele inzamelwagens die door de stad rijden. Zij kopen rechtstreeks afval aan bij de afvalrecyclers die lid zijn van SEWA en bij hotels. Na verwerking wordt dit droge afval rechtstreeks naar de erkende recyclebedrijven gebracht. Het VCC is eigendom van en wordt beheerd door de vrouwelijke afvalrecyclers zelf.
“We vinden het heel belangrijk om vrouwen naar een groene transitie te begeleiden”, zegt Manali. “We zoeken nu naar opschaling. In Ahmedabad hebben we het VCC, maar we willen toe naar minstens vijf en dit uitbreiden naar andere steden, zodat meer leden hiervan profiteren. En we willen diverse recyclefabrieken, naast papier bijvoorbeeld ook voor plastic. Daarvoor hebben we investeerders nodig, maar de Indiase overheid gelooft ons pas als we modelfabrieken kunnen laten zien.”
Ook in andere sectoren zet SEWA in op verduurzaming en energiezuinig produceren. “We zien de klimaatverandering in alle sectoren”, zegt Jyoti. De klimaatverandering in India leidt tot hoge temperaturen en zware neerslag. Vooral de arme en kwetsbare bevolking wordt getroffen door aardverschuivingen, overstromingen, droogte, het smelten van gletsjers, hitte- en koudegolven. Meer cyclonen treffen de gemeenschappen die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van de zee.
“Als ik kijk naar de kleine boeren en landarbeiders, dan zie ik dat ze veel meer met onvoorspelbare weersomstandigheden te maken hebben”, vertelt Jyoti. “Dat maakt dat ze bijvoorbeeld meer elektriciteit nodig hebben, bijvoorbeeld voor de bewatering. Ze gebruiken nu dieselpompen, maar diesel is duur én vervuilend. Tijdens een proefproject in vier deelstaten hebben we hen voorgelicht over het nut van zonnepanelen. De aanschaf ervan was een eenmalige investering waarvoor ze een lening afsloten. En omdat meer boerinnen tegelijk zonnepanelen aanschaften, daalde de prijs. Daarnaast bood de Indiase overheid subsidie. We hebben de vrouwen getraind in het gebruik en de toepassing van de panelen. Nu is de proef voorbij en zoeken we naar microkredieten. We hebben de overheid gevraagd een fonds op te richten waarvan tegen lage rente bedragen geleend kunnen worden.”
Ook in de veehouderij initieert SEWA een proces van verduurzaming. Jyoti legt uit dat in het algemeen de mannen eigenaar van zo’n veehouderij zijn en de vrouwen degenen die de koeien melken. SEWA regelde dat deze vrouwen spaargeld kregen, waarmee ze hun eigen dieren konden kopen en beheren binnen een coöperatie, waarvan ze allemaal eigenaar zijn en loon ontvangen. “Hier zijn we met biogasinstallaties van de poep van de dieren begonnen. Inmiddels zijn er al meer dan honderd biogasinstallaties die 24 uur per dag gas leveren. Dit gas wordt voornamelijk gebruikt voor het koken, de rest gaat terug naar het land als organische mest. Het gevolg is dat er geen rook meer in de huizen hangt, de lucht schoner is en het inkomen van de vrouwen beter, want het gas is gratis. Daar danken we de FNV voor, die in ons plan geloofde en mede wilde ondersteunen.”
Interview: Astrid van Unen