Visie op bestrijden kinderarbeid
Kinderarbeid komt voor in veel producten die wij gebruiken, zoals kleding en palmolie. Volgens de ILO zijn 160 miljoen kinderen wereldwijd slachtoffer van kinderarbeid. Het feit dat kinderen werken heeft vaak ook te maken met het ontbreken van fatsoenlijk werk voor volwassenen. Vakbonden spelen een belangrijke rol in de bestrijding van kinderarbeid. Mondiaal FNV steunt de uitbanning van kinderarbeid in diverse landen.
Gevolgen Covid-19
Kinderarbeid is toegenomen door de COVID-19-pandemie, onder meer doordat er geen vangnet is als de ouders hun inkomen verliezen. Ook door de sluiting van scholen zijn weer meer kinderen aan het werk gezet. Een ander gevolg is dat het aantal tienerzwangerschappen en kindhuwelijken is gestegen.
Uitgangspunt
Elk kind heeft recht op onderwijs, het recht om te spelen en om kind te zijn. Kinderarbeid houdt armoede in stand; het werk dat kinderen doen kan beter door volwassenen gedaan worden. Mondiaal FNV zet zich met partners in om kinderarbeid te bestrijden en fatsoenlijk werk voor volwassen te bereiken. Door goed onderwijs voor kinderen mogelijk te maken en vakbonden te versterken, kunnen arbeidsvoorwaarden voor volwassenen verbeterd worden en hebben kinderen kans op een betere toekomst.
Welk duurzaam ontwikkelingsdoel staat centraal?
Strategische ambities bestrijding kinderarbeid
- Mondiaal FNV bestrijdt samen met partners kinderarbeid via goed onderwijs en de versterking van de vakbond. Het proces om kinderen uit hun werksituatie te halen en naar school te begeleiden gaat hand in hand met het vergroten van het ledenaantal en de capaciteit van de vakbond om een sociale dialoog te voeren, zodat deze effectief op kan komen voor betere arbeidsvoorwaarden en sociale zekerheid van de volwassenen.
- Mondiaal FNV draagt bij aan het opzetten en versterken van kinderarbeidvrije zones, waardoor ook het bewustzijn over de noodzaak om kinderen niet te laten werken maar onderwijs te laten volgen, vergroot wordt.
Kinderarbeidvrije zones
Mondiaal FNV bestrijdt kinderarbeid in India, Bangladesh, Mali, Malawi, Marokko, Togo, Oeganda en Zimbabwe. Een belangrijke rol in de strijd tegen kinderarbeid speelt de ontwikkeling van kinderarbeidvrije zones. Dit zijn zones, dorpen/gemeenschappen, waar kinderen niet meer werken maar goed onderwijs krijgen. Alle betrokkenen in een gemeenschap, zoals docenten, ouders, vakbonden, ngo’s, lokale verenigingen, lokale overheden, religieuze leiders en werkgevers werken daar samen om kinderarbeid uit te bannen en de kinderen (opnieuw) in te laten stromen in officiële scholen waar ze de hele dag les krijgen. Het doel is dat de hele bevolking ervan wordt doordrongen dat het recht van kinderen op onderwijs op geen enkele manier mag worden aangetast.
De bijdragen van vakbonden
- De aanwezigheid van een vakbond op de werkplek is vaak de beste garantie tegen kinderarbeid. De kaderleden kunnen de uitbuiting van kinderen aan de kaak stellen, de ouders ervan overtuigen hun kinderen naar school te sturen en onderhandelen over cao’s met fatsoenlijke lonen waarmee volwassen werknemers hun gezin kunnen onderhouden.
- De strijd tegen kinderarbeid kan leiden tot gewoon goed werk voor volwassenen. Daar waar kinderarbeid bijna uitgebannen is kunnen volwassenen hun lonen en kansen op fatsoenlijk werk substantieel verbeteren. Vakbondsprogramma’s tegen kinderarbeid versterken de vakbonden, bijvoorbeeld in de vorm van een groei van het ledental. De ontwikkeling van kinderarbeidvrije zones vereist samenwerking en dialoog met vele partijen in de gemeenschap, waaronder werkgevers en overheid. Daardoor bouwen vakbonden ook formele en informele sociale dialoogmechanismen op, wat de onderhandeling over bijvoorbeeld betere lonen ten goede komt.
- De invoering van sociale zekerheid helpt om uitbuiting van kinderen te voorkomen. Kinderen komen ook in een werksituatie omdat het gezin in moeilijkheden verkeert: bijvoorbeeld kinderen waarvan de moeder kostwinner is na een scheiding of het overlijden van haar echtgenoot; kinderen waarvan de ouders niet kunnen werken vanwege ziekte, etc. Vakbonden kunnen onderhandelen over effectieve sociale zekerheid, zoals een werkloosheidsuitkering, gezondheidszorg en betaalbare opvang voor heel jonge kinderen (om te voorkomen dat ouders kinderen van school halen om voor jongere broertjes en zusjes te zorgen) waardoor kinderen niet hoeven te werken.
Internationale verdragen
Er zijn diverse internationale verdragen die de rechten van kinderen benoemen en beschermen:
- De conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) 138 (minimum leeftijd van 14 jaar voordat je arbeid mag verrichten) en 182 (verbod en onmiddellijke actie voor de uitbanning van de ergste vormen van kinderarbeid). Mondiaal FNV heeft veel campagne gevoerd om deze conventie aangenomen te krijgen. ‘Afschaffing van kinderarbeid’ hoort tot de fundamentele arbeidsnormen van de ILO, waaraan alle landen die lid zijn van ILO gebonden zijn.
- De Universele verklaring van de rechten van de mens
- Het internationale verdrag inzake de rechten van het kind
- Bedrijven moeten onderzoeken of zij betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen in hun productieketen en deze tegengaan. De noodzaak voor deze ‘due diligence’ is opgenomen in de VN Principes voor Mensenrechten en Bedrijfsleven en in de OESO-richtlijnen