Pieter Fillekes (67) ging in maart 2024 met pensioen. Sinds de jaren ’80 was hij banketbakker en kaderlid. Eerst bij de Hema en later bij de Bacu. Een mooie gelegenheid om hem uit te horen over de hoogte-en dieptepunten van bijna 40 jaar aan vakbondswerk en vakbondsstrijd binnen bij de Hema.
Laten we beginnen met: wie is Pieter? Vertel eens iets over jezelf.
Ik ben op mijn 17de begonnen als banketbakker. Een vriend van me was ook banketbakker en ging bij de Hema werken. Ik lachte hem uit: je gaat als banketbakker toch niet bij de Hema werken? Maar toen hoorde ik wat hij ging verdienen, dat zijn kleren gewassen werden, hij niet meer in de weekenden hoefde te werken, dat hij op tijd klaar was… Drie maanden later werkte ik er ook. Ik heb drie kinderen en drie kleinkinderen en ben wel een gelukkig mens.
We zien hier een krantenknipsel uit 1988 waarbij jij uit het raam hangt tijdens een staking. Dat ziet eruit als een vrolijke boel.
Ja. We waren toen nog niet georganiseerd. Wat we wel hadden, waren de Hema-voetbalteams. Daarmee speelden we tegen andere bakkerijen in het land. Daardoor kende ik veel mensen. Ik hoorde al dat er gerommel was; we gingen andere werktijden krijgen en een arbeidstijdverkorting, maar dan met minder salaris. Dus minder werk en minder inkomen. Dat was de aanleiding voor die staking.
Haarlems Dagblad, 14-01-1988. Pieter is de eerste van rechts.
Dat was een wilde staking. Hoe kwam dat?
Je had toen kaderlid Hans Wijker. Die had ik gebeld om te polsen wat er ging gebeuren. Hij zei: we gaan plat! We sturen een ploeg van de bond, dan worden jullie ter plekke lid. Ik liep de bakkerij binnen en riep: ‘jongens, we gaan plat.’ Wat kon bederven ging in de koeling en we hebben de bakkerij netjes schoongemaakt voordat we allemaal het werk neerlegden.
Hoe deed je dat dan precies? Was je alleen toen je die bakkerij in liep? Hoe kwam het zo, dat dat seintje van jou kwam en dat je die contacten had?
Toen ik de bakkerij binnenliep om de staking aan te kondigen, was ik alleen, maar de aanwezigen waren al op de hoogte van de onrust en wachtten slechts op een signaal. Die kwam van mij, mede dankzij mijn uitgebreide netwerk dat ik had opgebouwd door onze betrokkenheid bij de Hema-voetbalteams. Ik was een beetje haantje de voorste en had het voor elkaar gekregen dat zeven of acht collega's uit onze bakkerij zich bij het team aansloten. Daarmee speelden we in toernooitjes tegen teams van andere Hema-bakkerijen. Dat was wel heel leuk en daardoor kende je allerlei mensen in het land. Door deze korte lijntjes, mijn contact met Hans Wijker, die ik ook kende via het voetbal kwam de beweging die tot de staking leidde, in gang.
Hoe ging het verder met de staking?
De mensen van de vakbond kwamen langs met formulieren om ons lid te maken. De staking is toen overgenomen. [Zie foto bijlage. Een wilde staking die wordt overgenomen, verkrijgt de steun van de vakbond]. Na drie dagen waren ze om. Toen kwamen er mooie afspraken.
Foto: Telegraaf 13-01-1988.
Wat heb je binnen de bond gedaan na de staking?
Ik ben daarna bij de kadergroep gegaan. De lijntjes waren korter voor mij. Ik heb bijvoorbeeld ook bij onderhandelingen gezeten. Erg vermoeiend, want die duurden soms wel tot half vier ’s nachts. Maar ik heb ook cursussen gedaan. Ik vond dat interessant.
Hoe was het om actief vakbondslid te zijn in die tijd, vergeleken met nu?
Ik moet zeggen dat ik het nog nooit zo makkelijk heb gehad als nu bij de Bacu. In het verleden werd je nog weleens tegengehouden op weg naar een vergadering. Excuses als 'dat gaat niet, vanwege werk' kwamen vaak voor. Ik liet me daar soms door weerhouden, maar koos er meestal voor om toch te gaan. Maar het was altijd touwtrekken, nooit makkelijk om deel te nemen. Dus als dat zo blijft bij de Bacu dan is dat top. En het is voor Barry, ook kaderlid bij de Bacu in Almere, heel fijn natuurlijk. Toen was de vakbond een vies woord.
Bij de leidinggevenden was de vakbond een vies woord. Hoe zat dat op de werkvloer?
Daar was het natuurlijk goed. Maar later is dat ook wel weer veranderd, want er waren een paar missers. Dat lag bij de toenmalige vakbondsbestuurders. Ik heb vergaderingen meegemaakt, dat vakbondsbestuurders met bepaalde doelstellingen naar binnengingen, om vervolgens met een totaal tegenovergesteld resultaat naar buiten te komen .Dat vond ik zo raar. En anderen die bij de kadergroep zaten hebben dat ook gezien. Veel mensen dachten toen: de vakbond is niet onze kameraad.
Hoe is dat voor jou als kaderlid om daarmee om te gaan richting je achterban?
Dat is heel slecht voor de motivatie de mensen natuurlijk. Je zet je in voor dingen, deelt de eisen met de leden en al haal je misschien 70% of 80%, je gaat voor de 100%. Als er dan bijna niks meer uitkomt, dan moet je toch wel een heel goed verhaal hebben voor je achterban. En die had ik niet. Ze snappen wel dat ik daar als kaderlid niet heel veel aan kan doen, maar de bond staat er niet goed op. Dan hoor je: we betalen contributie, maar wat doen ze eigenlijk?
Waarom ging dat zo? Was daar een reden voor?
Dit was in de jaren ’90. Toen is het flink gaan rommelen. Er waren een stuk of drie bestuurders achter elkaar waarvan wij dachten dat ze meer met hun carrière bezig waren dan voor ons. Die draaiden dan even mee en gingen ineens een functie hoger. Als er iets was, traden ze heel erg op de voorgrond en zorgden ze dat ze in het nieuws kwamen. Je zag dat ze afspraken niet nakwamen of dat er getemperd werd in de verwachtingen die we hadden, terwijl de bestuurder en de Hema een goede relatie hadden. Ze losten de dingen onderling op, maar wat wij belangrijk vonden deed er minder toe.
Ook binnen onze eigen groep ging het weleens mis. Zo hadden we een coup van twee chauffeurs vlak voor een actie. Dat waren kaderleden. We hadden besproken wat we zouden gaan doen. De acties zouden in de centrale magazijnen beginnen. En dan zou de hele Hema leeg staan. Die twee chauffeurs gingen met die plannen naar de leiding van de distributie. Toen zijn er mensen uit het magazijn op het matje geroepen. De kartrekkers werden er zo uit gepikt. De chauffeurs waren het waarschijnlijk niet eens met de plannen die er lagen, maar dan nog, dat doe je niet.
De acties liepen in het water. Wat gebeurt er daarna op de werkvloer?
Dan moet je van verdomd goede huize komen om de bond nog te vertrouwen. Hier kon de bond zelf niks aan doen en dat heb ik ook duidelijk gemaakt. Mensen bij de kadergroep hebben het verkloot. Maar ja, dan heb je al een slechte naam en gebeurt dit nog eens, dan verlies je vertrouwen. Met dat lage vertrouwen is het lastig om die kar te blijven trekken.
Het vertrouwen in de bond was op dat punt historisch laag. Toch ben jij er zelf bij gebleven. Heb je nog getwijfeld?
Ja, maar ik heb wel altijd zoiets gehad van: het is de enige partij die aan onze kant staat. Dus je kan er afscheid van nemen, maar dan is er geen contact meer. Anderen zijn er wel helemaal mee gekapt. En die voelen nog steeds wel wrok. Ik denk zelf eerder: de bond is een huls en de mensen die daarin zitten, maken het tot wat het is. Dat is bij de Hema, bij de Bacu en dat is op andere plekken zo. Als je het contact verbreekt, dan gaat het helemaal niet meer.
Als het vertrouwen laag is, wat is dan de beste manier om het vertrouwen in elkaar terug te brengen?
Ik heb altijd gezegd: je kan eigenlijk niet zonder de bond. Ook al hebben ze fouten gemaakt, als wij buiten de bond om gaan, lacht de werkgever zich een ongeluk. Die kunnen alle regels naar hun eigen hand zetten. En dat deden ze ook. Ze hadden de OR aan de kant geschoven. Als vakbondsbestuurder weet je dat je af en toe in de clinch moet, wil je er echt iets van belang uit halen. Dat zijn de momenten dat het voor mensen duidelijker wordt dat het erop of eronder is. Nu zit Ingrid (kaderlid Bacu Dordrecht) in de OR, dus daar heb je wel een goeie aan. Maar toen was dat een dieptepunt.
Vorig jaar is onder stakingsdreiging een loonsverhoging van 16% afgesproken. Hoe staan we er nu voor?
Er werd weer meer gesproken met elkaar en er ontstond weer een dynamiek, er gebeurde weer wat. We hadden een jaar of tien geleden ineens weer een nieuwe bestuurder, Linda Vermeulen. Zij was actief bezig met de Hema. Toen de bakkerij van de Hema werd overgenomen door de Bacu, kwamen we bij de andere bakkersgroepen, de Bakbond. Dat was een grote omslag, die ons als bond sterker maakte. Er werd ineens weer met elkaar gepraat en er was weer meer mogelijk. Er werden plannen gemaakt, verbindingen gelegd, in het land gesproken met mensen. Je voelt je dan één. We hadden die loosverhoging anders niet voor elkaar gekregen. En ook dat de bond nu binnenkomt bij de Bacu is echt een vooruitgang. En dat maakte het voor mij ook weer makkelijker om Barry zo ver te krijgen dat hij bij de Bakbond kwam.
Je hebt nog een keer op je kop gehad over een foto. Wat gebeurde daar?
Ja, dat was tijdens een wilde staking een paar jaar geleden. Waar het om ging weet ik al niet meer. We zijn toen naar buiten gegaan en ik heb foto’s gemaakt van de mensen die buiten stonden. Op een van die foto’s stond per ongeluk het Hema-logo en die foto’s waren bij de pers terechtgekomen. Toen moest ik op kantoor komen. De toenmalige directeur was een asbak die het bedrijf heeft stuk gesaneerd. Hij zei tegen mij: je hebt foto’s gemaakt, dat mag niet. Daar kunnen we je een straf voor geven, maar dat gaan we nu niet doen. De volgende dag kwam hij naar me toe, tikte me vriendelijk op mijn schouder en zei kameraadschappelijk: Pieter, ik heb een brief voor je op kantoor liggen. En dat was een officiële waarschuwing. Ik heb er wel vier of vijf gehad, maar na een jaar waren die weer verlopen. Daar maak je je op een gegeven moment niet druk meer om. Linda, de toenmalige bestuurder, wilde er nog een zaak van maken. Maar van mij hoefde dat niet.
De foto uit 2018, waar Pieter een officiële waarschuwing voor kreeg. Op de achtergrond zie je het Hema-logo op een truck staan.
Wat is het mooiste moment dat je hebt meegemaakt als vakbondsman?
Die laatste overwinning van afgelopen jaar, waarbij we 16% loonsverhoging hebben binnengehaald. Die zag niemand aankomen. Maar ook de eerste wilde staking waarbij we de arbeidstijdverkorting vergoed kregen, was ook een mooie overwinning. Daarna zijn er nog wel een paar kleintjes geweest, maar dit waren wel de grootste. Die laatste is wel een gigantische overwinning. Een mooi moment. Dat vind ik wel leuk, om zo af te sluiten.
Want die wilde staking in 1988, heeft die je geholpen om het vertrouwen wel vast te houden? Dat je weet hoe het kan en waar je het voor doet?
Jazeker. Daarom ben ik ook doorgegaan als kaderlid, met contact onderhouden. Dat als er iets is, je weet wat je moet doen. Wie je moest bellen. Dat ging toen nog met de draaischijf, tegenwoordig appen we erover. [Lacht]
Want vond je mooi aan de laatste overwinning?
Dat het soepel ging. Dat de bond het land in ging en echt probeerde bij de mensen te komen. We zaten niet altijd met volle zalen, maar de mensen die kwamen konden hun zegje doen. En de bond kon dingen uitleggen en mensen vertellen waarom ze mee moesten doen. Daardoor wordt de bond echt een stuk toegankelijker. Dus ik zou zeggen: hou dat vast.
Hoe kijk je nu aan tegen wat je hebt gedaan, en wat je achterlaat?
De FNV is toch je vriend in barre tijden. Ik zie wel een goede toekomst voor de mensen op de werkvloer, maar ook voor de bond. Ik ben wel tevreden met hoe het nu is. Ik ga natuurlijk met pensioen, maar weet dat er weer iets moois aankomt voor de mensen die nog werken.
Ben jij ook geïnteresseerd om actief te worden in de Bakbond, stuur dan een mail naar bakkers@fnv.nl.