‘Als allround zwemonderwijzeres kom ik met alle leeftijden in aanraking, van drie maanden tot soms wel negentig jaar. Dat maakt het werk zo mooi en divers. Ik doe dit werk nu dertien jaar en met heel veel plezier, maar het zou wel wat meer gewaardeerd mogen worden.
Er komt heel veel bij kijken om kinderen te leren zwemmen, je moet organisatorisch, technisch en didactisch onderlegd zijn. En dan nog die verantwoordelijkheid die je als zwemonderwijzer hebt, er zit zoveel aan vast, maar het wordt gewoon niet gezien.
Ik werk fulltime op onregelmatige tijden, maar aan het eind van de maand houd ik steeds minder over. Als alleenstaande met vier kinderen kan ik van m’n salaris nauwelijks rondkomen. Als er een paar honderd euro bij zou komen, ben ik al dik tevreden.
De werkgeversorganisatie die over de cao Zwembaden onderhandelt wil alleen maar op de salarissen beknibbelen, ik vind dat kortzichtig. We hebben nu al een personeelstekort, dat kan leiden tot onveilige situaties, daar moet je toch niet aan denken? Het werk moet door steeds minder mensen worden gedaan. Straks is er helemaal geen zwemjuf meer te vinden.
Van de gemeente moeten we het ook niet hebben, die hebben niet eens zicht op wat we doen. Wij zorgen ervoor dat veel ouderen vitaal blijven, dat bespaart de gemeente veel geld op de gezondheidszorg, maar dat sommetje wordt gewoon niet gemaakt. De inschaling moet echt anders.
Om te beginnen moet de opleiding weer naar het niveau van mbo 3, zoals het hoort. Nu kun je al na een online cursus van zes maanden je papiertje halen, terwijl ik er drie jaar over heb gedaan. Dat brengt allerlei risico’s met zich mee. Met een gedegen opleiding kunnen nieuwe collega’s instromen in schaal 6 in plaats van schaal 4.
Ik heb heel lang gedacht dat dat er wel een keer van zou komen, maar het gebeurt gewoon niet. Daarom ben ik lid geworden van de bond. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor de generaties die na mij komen. Ook tegen mijn collega’s zeg ik dat ze hun stem moeten laten horen, zo heb ik al heel wat mensen lid gemaakt. Hopelijk lukt het om met z’n allen het beroep van zwemonderwijzer in stand te houden, ik ben bang dat het anders doodbloedt.’