‘Als ik een productieassistent heb ingewerkt en het loopt allemaal lekker, moet ik al vrij snel weer van voren af aan beginnen’, zegt een producer, die al een aantal jaren in vaste dienst is bij de NTR en graag anoniem blijft. ‘Dat is vervelend voor de betrokkene, maar ook jammer van alle energie die erin is gaan zitten.’
Ze vindt haar werk als producer superleuk: spin in het web, zorgen dat alle faciliteiten aanwezig zijn, dat de planning wordt gehaald, dat de uitzending op tijd kan plaatsvinden en ga zo maar door. Maar één ding is minder leuk: ‘Je doet dit werk in een team, maar dat team bestaat vrijwel uitsluitend uit mensen met een tijdelijk contract. Ik leid jongeren op, die vervolgens vertrekken en meestal niet meer terugkomen.’
Dat heeft gevolgen voor de verhoudingen op de werkvloer. ‘Je merkt dat deze mensen minder feeling hebben met het bedrijf, wat op zich logisch is. Als er een reorganisatie is, houden ze zich afzijdig, want ze voelen zich niet betrokken. Dat betekent dat het altijd de mensen in vaste dienst zijn die hun nek moeten uitsteken.’
Losse krachten lijken goedkoper, omdat ze steeds vaker op het laatste moment worden ingehuurd en ook snel weer vertrekken. Met de groeiende inzet ervan wordt de flexibele schil steeds groter. Dat heeft volgens de producer echter ook een keerzijde. ‘Je gooit kwaliteit weg, waar je in hebt geïnvesteerd. Dat kost natuurlijk ook geld, maar dat is minder zichtbaar. De directie is daar helemaal niet mee bezig. Je loopt maar wat harder om de nieuwe lichting in te werken. Dat heeft ook gevolgen voor de werkdruk en daarmee het werkplezier, dat al onder druk staat omdat het niet leuk is om een fijn team te zien verdwijnen.’
Jong en flex zijn volgens de producer de toverwoorden bij de omroep. ‘En dat is beslist niet aardig tegenover de mensen die dit werk al vele jaren met plezier en veel inzet doen. Over mijn eigen positie maak ik me geen zorgen, maar het wordt er op deze manier niet leuker op.’