Leden vragen naar de cao-onderhandelingen voor de Bouw en Infra. Hoe werken die onderhandelingen precies? Welke afspraken worden er gemaakt? En welke invloed hebben leden op deze onderhandelingen? Hier lees je hoe het zit.
De cao Bouw en Infra is een sectorcao die afgesproken wordt tussen vakbonden en werkgeversorganisaties. In de cao (collectieve arbeidsovereenkomst) zijn afspraken gemaakt over arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. Bijvoorbeeld over je loon, werktijden, toeslagen, vakantie, scholing en pensioen. Een cao geldt meestal voor een jaar, soms langer of korter. Voordat deze is afgelopen, start (opnieuw) een cao-traject.
Werkgevers en vakbonden bereiden zich voor op de onderhandelingen. Bij de FNV doet de onderhandelaar dit samen met de cao-commissie. De cao-commissie bestaat uit actieve leden, die werken in de Bouw en Infra. Tijdens het hele cao-traject zijn ze actief betrokken. We vragen onze leden (en niet-leden) wat zij belangrijk vinden voor de nieuwe cao. Hiervoor gaan we in gesprek met onze leden en zetten we een vragenlijst uit.
Onze voorstellen voor de nieuwe cao baseren we op de informatie van onze achterban die we verzameld hebben, in overleg met onze cao-commissie én op basis van de arbeidvoorwaardenagenda. In de arbeidsvoorwaardenagenda staan de wensen die de FNV graag op elke cao-tafel terugziet en deze wordt door het FNV-Ledenparlement vastgesteld.
Vertegenwoordigers van werkgevers en vakbonden komen samen om te onderhandelen over de cao. Dit begint altijd met het uitwisselen van de voorstellen en het geven van een toelichting daarop. Tijdens de onderhandelingen wordt gezocht naar uitkomsten waar beide partijen het mee eens zijn. Onderhandelen is geven en nemen. Beide partijen leveren iets in.
De onderhandelingen bestaan gewoonlijk uit meerdere rondes. Bij de bouw en infra staan meestal 5 rondes gepland.
Aan het einde van de onderhandelingen zijn er een aantal mogelijkheden. Deze bespreekt de cao-onderhandelaar altijd met de cao-commissie. Zij geven een stemadvies aan onze achterban, de FNV-leden. De mogelijkheden zijn, we bereiken:
Er worden goede afspraken gemaakt die dichtbij de eisen/wensen van de vakbonden komen. Het principeakkoord wordt positief voorgelegd aan onze leden. Zij mogen voor of tegen het principeakkoord stemmen.
Er wordt een resultaat bereikt dat niet voldoet aan onze eisen, maar te goed is om direct door ons 'nee' tegen te zeggen. Dit wordt meestal neutraal voorgelegd aan onze leden. Zij hebben dan echt de laatste stem en mogen voor of tegen het onderhandelingsresultaat stemmen.
Als er geen overeenstemming wordt bereikt, zijn er verschillende scenario's mogelijk:
-Er worden meer onderhandelingsrondes gepland, zo is er meer tijd en ruimte om er uit te komen.
-Werkgevers komen met een eindbod. Ze willen dan niet verder onderhandelen en dit is hun laatste bod. Dit eindbod leggen we voor aan onze leden. Zij kunnen hierover stemmen en hebben het laatste woord.
-We komen er niet uit en we zijn “uit onderhandeld”.
Stemmen onze leden tegen en wijzen zij het resultaat af of zijn de onderhandelingen stuk gelopen? Dan gaan we met onze leden in gesprek over acties. Tijdens een zogenaamde ¾ vergadering wordt er gestemd of er acties gevoerd gaan worden.
Een actie-traject: 2 mogelijkheden
Staken is het uiterste middel. Staken is het krachtigste wapen om werkgevers te dwingen op de eisen van de vakbonden en haar leden in te gaan. Staken kan in allerlei varianten. Meestal starten we met korte regionale werkonderbrekingen en bouwen we verder op. Als de stakingen langer duren kan het uiteindelijk uitmonden in landelijke stakingen die meerdere dagen duren.
Vakbonden organiseren deze acties en ondersteunen de stakende werknemers. Samen met onze leden maken we een plan om te winnen! We kiezen samen de beste actievormen zijn en beslissen hoe we die op een goede manier opbouwen.
Naast staken kunnen werknemers ook andere acties ondernemen om de druk op werkgevers te vergroten en onderhandelingen te bevorderen. Dit kan het organiseren van protestacties, het uitdelen van pamfletten, het organiseren van petities of ludieke acties zijn. Ook proberen we via de media aandacht te krijgen voor de acties.
De acties zijn bedoeld om de werkgevers verder onder druk te zetten. Hoe groter de actiebereidheid hoe beter we in staat zijn om tot een goede cao te komen. Het is daarom belangrijk dat iedereen meedoet als dat nodig is!
Soms lukt het niet met onderhandelen alleen en moeten we samen in actie komen voor betere arbeidsvoorwaarden. Vergelijk het lidmaatschap van de FNV met een lidmaatschap van de sportschool. Als je alleen je lidmaatschap van de sportschool betaalt en je gaat nooit trainen, moet je ook niet mopperen dat je geen spieren krijgt! Samen in actie komen loont, want daar waar we actievoeren, behalen we betere resultaten en maken we betere afspraken voor onze leden.
Heeft een meerderheid van de leden voor de nieuwe cao gestemd, dan hebben we een nieuwe cao. Er moet dan nog 1 ding gebeuren: wij vragen altijd aan de minister van Sociale Zaken of deze wil zorgen dat álle bedrijven in de sector de cao toepassen. De minister moet de cao hiervoor algemeen verbindend verklaren. Vanaf de datum waarop de minister deze algemeen verbindend verklaring (AVV) afgeeft, geldt de cao voor alle bedrijven en werknemers in de bouw en infra.
Tijdens de looptijd van de cao houden we altijd in de gaten of de afspraken die zijn gemaakt, worden nageleefd. Gebeurt dit niet, dan trekken we aan de bel. Daarvoor is het wel nodig dat jij als werknemer in de bouw, misstanden natuurlijk aan ons meldt. Dit kun je doen door een mailtje te sturen naar bouw@fnv.nl.