Lees hier waarom de FNV zich hardmaakt voor een einde aan de grote verschillen in armoedebeleid, WMO, jeugdzorg en beschut werk per gemeente.
De FNV wil een einde aan de grote verschillen in armoedebeleid, WMO, jeugdzorg en beschut werk per gemeente. Elke gemeente mag min of meer zelf bepalen wat de regels en eisen zijn voor iemand die hulp wil aanvragen. Deze verschillen zorgen voor ongelijkheid en onrechtvaardigheid.
Het Sociaal Domein moet geen 'Postcodeloterij' zijn. Iedereen in Nederland die hulp nodig heeft of ondersteuning, moet dat krijgen. Ongeacht waar iemand woont. We hebben landelijke wetgeving nodig waar de gemeente wel positief op mag afwijken, maar nooit negatief. En dan natuurlijk wel op onze FNV-eisen gebaseerd. De FNV pleit onder meer voor de onderstaande punten.
Per gemeente verschillen de voorwaarden en het aanbod van minimavoorzieningen. Dat betekent dat je in de ene gemeente beter af bent dan de andere. De FNV vindt dat landelijk moet worden bepaald wat de ondergrens is waar gemeenten zich minimaal aan moeten houden. Die ondergrens van inkomen moet wat de FNV betreft liggen op 150% van het Wettelijk sociaal minimum.
Daarnaast vindt de FNV dat gemeenten de armoedemiddelen die ze krijgen, 100% moeten benutten. Landelijk moeten er dus niet alleen kaders worden meegegeven, maar moet geld ook geoormerkt worden voor bepaalde doelen. Wat de FNV betreft moeten in ieder geval de volgende minimavoorzieningen worden meegenomen:
Mensen die langdurig een laag inkomen en weinig vermogen hebben, kunnen een individuele inkomenstoeslag aanvragen bij de gemeente. Het verschilt per gemeente wanneer je in aanmerking komt en hoe hoog de toeslag is. Waar je in sommige gemeenten vijf jaar op bijstandsniveau moet hebben geleefd, kom je bij andere gemeenten in aanmerking als je een jaar minder dan 130% van het minimumloon hebt verdiend. De bedragen lopen ook uiteen; in de ene gemeente krijg je € 85, in de andere € 500. De FNV vindt dat de individuele inkomenstoeslag na drie jaar laag inkomen moet worden toegekend, en dat het maximaal toegestane bedrag uitgekeerd moet worden.
Bij de bijzondere bijstand geldt hetzelfde. Dit is een extra vergoeding voor kosten die noodzakelijk zijn en niet vaak gemaakt hoeven te worden, zoals voor een wasmachine of rechtsbijstand. Maar per gemeente verschilt wanneer je in aanmerking komt, en waar de bijstand voor mag worden aangevraagd. Wij pleiten ervoor dat de bijzondere bijstand altijd een gift is, en altijd beschikbaar is voor rechtsbijstand, witgoed en noodzakelijke medische kosten.
Gemeenten krijgen geld van de landelijke overheid om kinderarmoede tegen te gaan. Het gaat bijvoorbeeld om geld voor een laptop, cultuur- en sportvoorzieningen. Gemeenten bepalen zelf wat zij inwoners aanbieden en wanneer een kind in aanmerking komt. Kinderen van ouders die tot 150% van het sociaal minimum verdienen en van ouders die schulden hebben, zouden overal recht moeten hebben op deze kindpakketten.
Ook hier verschilt het aanbod per gemeente, naast de kosten die bewoners zelf moeten maken. Als je € 1500 verdient, kun je in Rotterdam wel een verzekering krijgen, maar in Pijnacker niet. Maar als je fysiotherapie nodig hebt en je mag gebruik maken van de polis, kun je beter in de laatste gemeente wonen. Want daar krijg je een stuk meer behandelingen vergoed. De FNV pleit voor toegang tot een collectieve zorgverzekering voor mensen tot 150% van het sociaal minimum.
Ook hier maakt het veel uit in welke gemeente je woont. De bedragen van de toelage verschillen niet alleen, ook wanneer je er recht op hebt. Wij pleiten voor een studietoelage van € 300 per maand voor mensen met een erkende beperking.
De FNV pleit voor recht op maatwerkvoorzieningen en recht op PGB, waar je ook woont. Daarnaast zou voor mensen die tot 150% van het sociaal minimum verdienen, de hulp gratis moeten zijn.
Een groot deel van de mensen met een indicatie voor beschut werk staat nog aan de kant. Zij wachten op hun gemeente om ze naar beschut werk te begeleiden. Een baan waar ze recht op hebben. De verschillen tussen de gemeenten zijn groot. Als iemand met een indicatie beschut werk in bijvoorbeeld Amersfoort of Maastricht woont, heeft die persoon pech want deze gemeenten scoren zeer laag op het realiseren van de aantallen beschutte banen waarvoor zij aan de lat staan. Andere gemeenten doen het veel beter.
De FNV wil dat gemeenten het budget dat ze ontvangen voor beschut werk, ook echt hieraan uitgeven. En dat de banen waar mensen met een indicatie beschut werk recht op hebben, daadwerkelijk worden gerealiseerd.
Daarnaast zijn werkzoekenden met een arbeidsbeperking die een indicatie hebben voor de banenafspraak, ook sterk afhankelijk van de gemeente om hen naar werk te begeleiden. Sommige gemeenten doen dit succesvol, maar in andere gemeenten gebeurt dit niet of in beperkte mate.
De FNV wil dat er recht komt op (begeleiding naar) werk voor mensen met een arbeidsbeperking via sociale ontwikkelbedrijven. Dat geeft werkzoekenden met een arbeidsbeperking de mogelijkheid om zich te melden op een plek waar ze geholpen kunnen worden om hun eigen geld te verdienen en zich te ontplooien met betaald werk. Daarvoor is meer geld nodig vanuit het Rijk, die ook voorwaarden stelt aan gemeenten en die maakt dat investeren in werk door gemeenten loont.