Rechten van de or

Vastgelegd in de Wet op de Ondernemingsraden

De or komt op voor de belangen van de werknemers en zorgt dat de werkgever zich houdt aan de afspraken in de cao en de wet. Met de rechten in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) kan de or invloed uitoefenen. De WOR regelt de rechten en plichten van zowel de werkgever als de or. De wet omvat onder andere het adviesrecht, het instemmingsrecht, recht op voldoende tijd voor or-werk, scholing en bescherming tegen nadelige behandeling en ontslag.

Dit zijn de rechten van de or:

Artikel 16 t/m 24 in de Wet op de Ondernemingsraden

De or-leden mogen regelmatig bij elkaar komen om te overleggen over wat er in het bedrijf speelt. De vergaderingen zijn zoveel mogelijk in werktijd. Je hebt recht op vergadervoorzieningen, zoals vergaderruimte, gebruik van briefpapier, computer, e-mail en internet en archief. Daarnaast vergadert de or regelmatig met de directie. Deze vergaderingen noemen wij overlegvergaderingen.

De or mag agendapunten voorstellen voor de overlegvergadering met de directie. Ook kan de or een voorstel doen over sociale, organisatorische, financiële en economische zaken in het bedrijf. De directie is verplicht om minstens één keer met de or over het voorstel te overleggen. Vervolgens moet de directie het besluit laten weten. Er is op dit moment geen beroepsrecht voor de or.

Artikel 31 in de Wet op de ondernemingsraden

De directie is verplicht de or regelmatig te informeren over:

  • Wat het algemene beleid is van het bedrijf. Bijvoorbeeld wat de toekomstplannen zijn. Of hoe het bedrijf groter wil worden. De or heeft recht om het ondernemingsplan te lezen.
  • Hoe het bedrijf (juridisch) is georganiseerd.
  • Hoe het bedrijf er financieel voorstaat. Hoeveel werk is er? Maakt het bedrijf winst? Zijn er plannen voor een reorganisatie? De or heeft recht om het jaarverslag te lezen.
  • Wat het personeelsbeleid is. Bijvoorbeeld hoe gaat het met de opleidingen van de werknemers? Wat doet het bedrijf aan ziekteverzuim?
  • Wat de sociale gegevens zijn. Bijvoorbeeld: hoeveel mensen er werken, hoeveel vaste krachten en hoeveel uitzendkrachten.

Daarnaast mag de or informatie opvragen. De werkgever is verplicht deze informatie te geven. Ook in andere wetten staan informatierechten voor de or, bijvoorbeeld in de Arbeidsomstandighedenwet.

Artikel 25 in de Wet op de Ondernemingsraden

Als de directie met een plan of voorstel komt over de organisatie van het bedrijf of het financiële beleid. Dan moet de directie een advies vragen aan de or. Met het advies van de or kan de directie een goede afweging van de belangen te maken. De directie kan het or-advies negeren. Maar zal dat meestal niet doen, omdat het belangrijk is dat het bedrijfsbesluit door de or (en dus de werknemers) gesteund wordt. 

Zo werkt het adviesrecht:

  • De directie doet een voorstel en stuurt daarover een adviesaanvraag naar de or.
  • De or bespreekt het voorstel en bespreekt dit met de achterban. Daarna geeft de or een advies
  • De directie neemt een besluit. Is het besluit anders dan het advies van de or? Dan meldt de directie dit aan de or. De directie wacht dan één maand om het besluit uit te voeren.
  • De or kan in beroep gaan, als de directie het adviesrecht niet goed heeft toegepast.

Over deze onderwerpen moet de or advies geven:

  • Verkoop van (een deel van) het bedrijf, overnemen (of afstoten) van een bedrijf, of structurele samenwerking met een ander bedrijf.
  • Belangrijke veranderingen in het bedrijf, zoals inkrimping, uitbreiding, reorganisatie of sluiting van het bedrijf
  • Verandering van vestigingsplaats van het bedrijf.
  • Groepsgewijs werven of inlenen van arbeidskrachten.
  • Belangrijke investering in het bedrijf. Bijvoorbeeld een grote lening afsluiten, of een ander bedrijf een grote lening verstrekken.
  • Invoering of verandering van een belangrijke technologie of van het milieubeleidsplan.
  • Regeling over het eigen risico voor de loondoorbetaling van wao'ers.
  • Aannemen of ontslaan van de directeur (geen beroepsrecht). 

Artikel 27 in de Wet op de Ondernemingsraden

De directie moet voor bepaalde besluiten instemming vragen aan de or. Het gaat om invoeren, wijzigen of afschaffen van regelingen die te maken hebben met arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Het instemmingsrecht geldt niet als de hoogte of de duur van een arbeidsvoorwaarde wordt aangepast. Bijvoorbeeld: het beloningssysteem kan wel onder het instemmingsrecht vallen, maar de hoogte van het loon niet.

Over deze onderwerpen moet de or instemmen:

  • Pensioenverzekerings-, winstdelings-, en bedrijfsspaarregeling.
  • Werktijden- en vakantieregeling.
  • Belonings- of functiewaarderingssysteem.
  • Regeling arbeidsomstandigheden. re-integratie- en ziekteverzuimbeleid, contract arbodienst of reïntegratiebedrijf.
  • Regeling op gebied van aanstellings-, ontslag- of bevorderingsbeleid.
  • Regeling personeelsbeoordeling en personeelsopleiding.
  • Werkoverlegregeling, klachtenregeling en regeling bedrijfsmaatschappelijk werk.
  • Regeling over personeelsregistratiesystemen en personeelsvolgsystemen.
  • Klokkenluidersprocedure.

Overeenkomst or en directie

Artikel 32 in de Wet op de ondernemingsraden

De or en de directie kunnen samen een overeenkomst sluiten. Deze overeenkomst is een aanvulling op de wet. De or en directie ondertekenen de overeenkomst en sturen deze op naar de bedrijfscommissie.

Dit zijn de afspraken waarover je een aparte overeenkomst kunt opstellen:

  • Uitbreiding van de rechten van de or.
  • (Extra) invloed van de or over onderwerpen die niet in de wet genoemd zijn.
  • De manier waarop or en directie met elkaar overleg voeren (extra of andere procedures). 
  • Eventueel: afspraken over de faciliteiten van de or en de gang van zaken in de Overlegvergadering.

Ambtelijk secretaris

Or en directie kunnen ook samen besluiten dat het goed is om de or te versterken met een ambtelijk secretaris (AS). Die is vaak een speciaal opgeleid om de or te ondersteunen in zijn functioneren. De AS verzorgt agenda’s en verslagen, bewaakt de voortgang en helpt de or met zaken waar or-leden zelf soms geen tijd voor hebben.

Bemiddeling en beroep

Artikel 36 in de Wet op de ondernemingsraden

In de Wet op de Ondernemingsraden staat hoe de werkgever en or met elkaar om moeten gaan, als zij er in het onderling overleg niet uitkomen. Of als de or vindt dat de werkgever de wet niet goed naleeft. Jullie kunnen het geschil aan de kantonrechter voorleggen. 

Bij een conflict over het adviesrecht geldt een andere beroepsprocedure. Dat loopt via de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Die is gespecialiseerd in ondernemingsrecht.

Recht op scholing en raadplegen deskundige

Artikel 16, 18, 22  in de Wet op de ondernemingsraden

Or en directie overleggen met elkaar over het aantal dagen voor scholing. Dat mag niet minder zijn dan het wettelijk minimum aantal:

  • Voor een or-lid, zonder lidmaatschap van een or-commissie: vijf dagen per jaar.
  • Voor een or-commissielid die geen lid is van de or: drie dagen per jaar.
  • Voor een or-lid/tevens lid van een or-commissie: acht dagen scholing per jaar.

Van belang is dat or-leden een cursus in werktijd moeten kunnen volgen of dat er anders compensatie mogelijk is.

De or bepaalt in beginsel zelf welke scholing hij nodig vindt. Het is verstandig om goed te inventariseren welke scholing de or nodig heeft en dat vast te leggen in een scholingsplan. De werkgever betaalt de kosten voor scholing en voor het raadplegen van een externe deskundige.

Een goede or is proactief!

Alleen reageren op directievoorstellen is nogal reactief en afwachtend. Beter is om ook een eigen agenda of werkplan te hebben. Dat doe je op basis van eigen waarnemingen en vanuit ervaren knelpunten en wensen van de collega’s. Contact met de achterban is belangrijk!

Maak een werkplan

Maak als or een overzicht van taken, en keuzes waar jouw ondernemingsraad vooral mee aan de slag gaat. 

De FNV helpt

Heb je vragen over de ondernemingsraad (or), of personeelsvertegenwoordiging (pvt)? Bijvoorbeeld over welke rechten jouw or heeft? Of hoe je het beste in een bepaalde situatie kunt reageren als or? Stel hem aan het Or-Adviespunt.

Neem contact op met het Or-Adviespunt
 

Cookies op websites van de FNV

De FNV gebruikt functionele cookies die noodzakelijk zijn om de websites zo goed mogelijk te laten functioneren. Daarnaast maken we optioneel gebruik van statistische en marketing cookies. De functionele en statistische cookies maken geen gebruik van persoonsgegevens. De marketing cookies worden gebruikt voor het personaliseren van advertenties. Onderstaand kun je toestemming geven voor het gebruik van cookies. Voor meer informatie, of om op ieder moment je instellingen weer te wijzigen, kun je terecht op onze pagina over de cookies.

Functionele cookies: Cookies die nodig zijn om te zorgen dat de websites naar behoren functioneert.

Statistische cookies

:

Geven inzicht in hoe onze bezoekers de websites gebruiken.

Marketing cookies

:

Deze cookies gebruiken we om de websites op jouw voorkeur af te stemmen.